Over het Rijnlandshuis, een Oude Aep en Drie Moriaenen

Wie onderzoekt en schrijft moet zichzelf grenzen stellen. Er blijven altijd vragen liggen. Dat gaat ook op voor ons boek over de bouwgeschiedenis van het Rijnlandshuis, dat in 2000 verscheen.

boek-piano

 

 

 

 

 

 

Boek: Het Rijnlandshuis teruggevolgd in de tijd
Onderzoeker/schrijver: Leo van der Meule
Grafische vormgeving: Irma Boom
Opdrachtgever: Het Hoogheemraadschap van Rijnland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Het Hoogheemraadschap van Rijnland koopt in 1578 een aantal min of meer aan elkaar gegroeide oude gebouwen aan de Leidse Breestraat.
Die moeten gaan dienen als kantoor en vergaderplaats, maar ook voor verblijf en overnachting door de Heren Hoge Heemraden. Die wonen gewoon te ver van Leiden om te paard in één dag voor slechts één vergadering heen en terug te reizen vanaf hun adellijke woonstee op het platteland.

 

alt

 Een gedeelte van de Caerte van Rhijnland uit 1614,
gemaakt door Floris Balthasar en zijn zoon Balthasar Floriszoon van Berckenrode.

Collectie Service Historique de l'Armee de Terre, Parijs

 

Erg gemakkelijk in het gebruik is dit oude samenraapsel van kamers en optrekjes niet. Al snel klinkt de roep om verbetering en vervanging. Door geldgebrek is volledige sloop en nieuwbouw onmogelijk. Ingrijpend verbouwen en aanpassen lukt tussen 1596 en 1598 wel.

Om indruk te maken op straat en stad moet er in ieder geval een mooie nieuwe voorgevel komen.

 

alt 

 

 

 

 

 

 

Het historische Rijnlandshuis aan de Leidse Breestraat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achter die opvallende voorgevel worden de middeleeuwse kelders, de Grote Zaal daarboven en het IJzeren Kantoor daar weer naast, gehandhaafd. De rest wordt tot een voor die tijd modern gebouw omgevormd. Dat betekent: slopen, breken, verbouwen en verbinden.

Er gaan bij deze operatie geweldige hoeveelheden baksteen, natuursteen en hout doorheen. Het bestek van de verbouwing uit 1597 noemt dat hout ook op meerdere plaatsen.

 

alt

Item alle de casynen te stoppen met dubbelde deuren ende veynsters van drooch blau wageschot....
Bepaling XLVI (46) uit het bestek, Oud Archief Rijnland 5362 


alt

Kozijnen en 'veynsters' in de oude betekenis van 'luiken'.
De 'dubbelde deuren' hebben dan betrekking op niet meer aanwezige binnenluiken.
Overigens dateren al de nu aanwezige kruiskozijnen en luiken
als reconstructies uit de restauratie 1962-1971.

 

Men let bij dit alles op de kleintjes en probeert zo goedkoop mogelijk in te kopen. De prijzen schommelen nogal. Het hout wordt al in 1596 in Amsterdam gekocht. De vermelding van die koop in de rekening over dat jaar riep zo'n vraag op die we 16 jaar geleden moesten laten liggen. Deze website vormt een welkome aanleiding ons er alsnog mee bezig te houden.

Een deel van het hout wordt gekocht van ene Thomas Leuns zn. woonend Inden Aep. Die huisnaam gaf en geeft te denken.

 

alt

...Noch van eenen Thomas Leuns zn woonend Inden Aep twee ende t negentich
drooge waegenschotten blaeu hout...

OAR 9630 folio CLIX (149) verso

 
Tot op de dag van vandaag staat op de Zeedijk een eeuwenoud dwarshuis met een houten voorgevel, dat luistert naar die naam. Het is één van de twee nog overgebleven houten huizen in onze hoofdstad.

 

alt

 

 

 

 

 

Zeedijk 1, de ouden Aep

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is – zoals we ook op de kaart kunnen zien – eigenlijk het eerste huis vanaf de Prins Hendrikkade dat echt met zijn voorgevel naar de Zeedijk gekeerd staat. De vraag dringt zich op: is dit het huis waarin Thomas Leuns zn woonde?

 

alt

 

 

 

 

 

De Zeedijk rond 1830, een geschematiseerde weergave
van de eerste kadastrale opmeting van ons land.
In lichtgeel en, roodomlijnd: Zeedijk 1,
gelegen tegenover de St. Olofskapel in paars

Overgenomen van www.HisGis.nl, Amsterdam 1832

 

 

 

 

 

 

De oude Amsterdamse belastingkohieren per huis(eigenaar) en het notarieel archief tot 1811 leverden de meeste gegevens voor dit onderzoek. (Voor een opgave van bronnen en literatuur neme men contact op.)

Het oudste kohier dat wij zelf bestudeerd hebben dateert uit 1557-1558. Hierin lezen we hoe de belastinggaarders vanaf de St. Olofspoort de Zeedijk op lopen. Ze beginnen met de oostzijde van de dijk, die hier in feite de noordzijde is. De eerste huiseigenaar die wordt aangeslagen is Jan Janz zn. Int Aepgen. Voor het overige komt in de rij huizen op de dijk geen huisnaam met 'aap' er in voor.

 

alt

 

 

Een uitsnede van het mooie vogelvluchtperspectief door Cornelis Anthoniszn in 1544 gemaakt.
Met de rode pijl is – bij benadering –
de positie van 'De Aep' aangegeven.

Collectie: Koninklijk Oudheidkundig Genootschap

 

 

 

 

 

 

In het kohier uit 1585 ziet het er allemaal heel anders uit. De weduwe Nyes Henricx int Aepgen woont dan op de Zeedijk. Gaat het hier om een huisnaam of een familienaam? En gaat het wel om dezelfde plek als in 1557? Gerekend vanaf de St. Olofspoort is dit huis van Nyes Henricx pas het negende huis op de Zeedijk met nog minstens drie buurhuizen tot aan het water van de Oudezijds Kolk. Dat stemt allemaal niet overeen met de plaats van 'onze' Aep. In het eerste huis woont nu Jan Jansz. van Hoorn, dat lijkt geen huisnaam meer te hebben.
En dan woont er nog ene Jan Jansz. Visscher, ook een houtkoper, in de Houttuinen in een huis waar de gecapten aep uithangt. Een aap met een hoedje, ongeveer op de plaats van het huidige Barbizonhotel, die kon er nog wel bij.

 

alt

Amsterdam in aanzicht weergegeven vanuit het noorden door Pieter van der Keere in 1614-1618.De rode pijl – ook bij benadering – boven het huis 'Inden gecapten Aep' Kenmerkend voor dit stukje Amsterdam, waar veel houthandelaren woonden zijn de grote stapels hout voor de huizen op wat nu de Prins Hendrikkade heet.
Collectie: Stadsarchief Amsterdam, inv. nr. 10097/418

 

Het jaar 1644 brengt uitkomst. Dan verhuurt Jan van Hooren zijn huis Het Aepgen aan de herbergier Pieter Pieterszn. Stoot. Het Aepgen staat aan de noordkant van de Zeedijk tegenover de Wijde Steeg. Dit naar de Zeedijk opgaande straatje heet tegenwoordig St. Olofsteeg en is inderdaad opvallend breed – wijd – voor zijn geringe lengte.

 

alt 

 

 

 

 

De Wijde (Capel)steeg nu de Sint Olofsteeg,
het linker pand op de Zeedijk zou het huurhuis
van Pieter Pieterzn Stoot geweest zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


In ditzelfde jaar wordt het bezit van de overleden Jan Janszn. Campen ten bate van zijn kinderen beschreven voor de weeskamer. Daar staat te lezen dat zij ook bezitten: ...de helft van een huijs en erve staende en gelegen (tegen) over St. Olofs capel genaemt den Ouden aep. De andere helft van den Ouden aep komt aan hun oom toe.

Deze twee plaatsaanduidingen laten geen enkel misverstand bestaan: De Aep – in 1644 inmiddels voor de duidelijkheid omgedoopt tot Den ouden Aep – en Het Aepgen (Het Aepjen of Int Aepjen) zijn twee verschillende panden, alhoewel liggend op een steenworp afstand van elkaar.

 

alt

De gegevens uit 1557, 1585 en 1644 in één beeld samengebracht: 1' Den (ouden) Aep',
2 het later vernoemde huis van Nyes Henricx, oftewel aap junior, ook wel ('In) het Aepjen' geheten,
3 bij benadering de plaats van 'In den gecapten Aep' 4 voorheen het Camperhooft,
5 de Schreierstoren 6 de Sint Olofskapel, 7 de Sint Olofspoort, 8 de Wijde (Capel)steeg.
De gebogen pijl geeft de looprichting van de belastinggaarders in 1557 weer.

 

Het nog steeds aanwezige houten dwarshuis Zeedijk 1 is dan inderdaad het huis van Thomas Leunsz zn geweest. Hij huurde het en ook dat stemt overeen met wat we uit de archieven weten: het huis werd al ver vòòr 1600 verhuurd.

Zo is – 16 jaar na het opwerpen van de vraag – het antwoord alsnog gegeven: er bestaat inderdaad een ragfijn verband tussen Breestraat 59 in Leiden en Zeedijk 1 in Amsterdam.

 

alt

Leiden, Breestraat 59,
hoofdzetel van het Hoogheemraadschap van Rijnland
1578 - 2000


En die Drie Moriaenen, hoe zit het daar dan mee? Die hebben weer een heel andere band met het Rijnlandshuis, waarover meer op de nog te verschijnen tweede projectpagina.